top of page

Deel III: Zakelijke verhuur van muziekpodia

"...nog veel toekomst, nog veel te winnen.”


…Zo bleek alleen al uit de grote interesse voor deze deelsessie tijdens het congres Podia|Festivals|Evenementen op 2 oktober jl. in TivoliVredenburg. Deze presentatie komt voort uit een startende samenwerking tussen de VNPF en Platform Cultuur Locaties. Het centrale thema in deze sessie was de rol en mogelijkheden van zakelijke verhuur bij muziekpodia. Een nieuw terrein met veel potentie. Joram Albus (Platform Cultuur Locaties) behandelde dit thema samen met enkele leden van Platform Cultuur Locaties: TivoliVredenburg, Het Concertgebouw en De Vorstin).


Lees hier deel 3 van de serie 3x3: drie vragen aan drie leden van Platform Cultuur Locaties over zakelijke verhuur door cultuurlocaties.



On topic: over zaalverhuur, cultuur & commercie


Met Menno Tielemans (teamleider sales, TivoliVredenburg, Utrecht), Laura Beenders (hoofd zaalverhuur, Het Concertgebouw, Amsterdam) en Dirk Slootbeek (Verhuur en Events, Poppodium De Vorstin, Hilversum).

Conflicteert commerciële verhuur niet met culturele subsidies? Rijst dan op een gegeven moment niet de vraag in hoeverre je een cultureel platform bent of een commercieel feestje laat subsidiëren?

Menno: ‘Dat is een heel actueel onderwerp. TivoliVredenburg toont met de zaalverhuur wel aan dat we hard werken aan ons zelf verdienend vermogen en daarmee maken we weer méér culturele programmering mogelijk. De gemeente Utrecht beseft dat heel goed en daar zijn we heel blij mee. Dat is niet in elke stad even vanzelfsprekend.’

Hoe zit dat met de binnenstad en de horeca? En hoe tackle je de mogelijke kritiek op ‘gesubsidieerde feestjes’? Menno: ‘Hoewel dat zeker de eerste jaren na opening wel speelde, is nu veruit het merendeel van de horecagelegenheden vooral heel positief over onze activiteiten omdat het een enorme boost geeft aan de landelijke aantrekkingskracht van onze stad, de horeca en het uitgaansleven.’


#Een boost voor de binnenstad


Dirk: ‘Wij hebben bijvoorbeeld besloten om geen privé feestjes te faciliteren maar alleen zakelijke verhuur. We hebben goede relaties met de horeca in de binnenstad en verwijzen aanvragen door naar passende plekken. Wij richten onze zaalverhuur op evenementen die niet plaats zouden kunnen vinden in dergelijke locaties, zoals grotere evenementen, tv-opnames, live-optredens et cetera. Dit kun je ook goed vertalen naar de zakelijke markt. We kiezen daarbij een profilering die past bij ons en past bij Hilversum als centrum voor radio en televisie.’


#Transparant blijven creëert meer sympathie en draagvlak


Joram vult aan: ‘Dit is zeker een actueel punt. Het blijft te allen tijde essentieel om helder te zijn over je profilering als organisatie en transparant over de bestemming van de gelden die binnenkomen.’ Menno: ‘Mee eens, daarmee creëer je meer sympathie en draagvlak. De gemeenschap waardeert het als je aan het einde van het jaar niet je hand hoeft op te houden bij de gemeente voor méér subsidie maar dat je juist ook zelf hebt verdiend.’

Joram: ‘De zakelijke verhuur blijft bij cultuurlocaties over het algemeen ondergeschikt aan de culturele programmering. Omzet uit verhuur zal zelden meer dan 50% van het totaal betreffen. Als je als locatie daar in de buurt komt, doe je het al erg goed.’

Menno: Het is heel belangrijk om een open programmering te bieden met daarin ook ruimte om het gebouw open te stellen voor de inwoners van de stad. Dit zorgt ervoor dat je ook beter kunt verantwoorden dat je het gebouw daarnaast ook commercieel verhuurt.

#Balans tussen cultuur en commercie

Dirk: “Ons werd aanvankelijk ook aangerekend dat we een ‘verhuurbak’ zouden worden. Dat heeft ons ertoe bewogen om steeds meer verankering in de stad te zoeken, bijvoorbeeld in de samenwerking met scholen.”


Zie ook deel 1 en 2 uit de serie. Deze serie is ontstaan naar aanleiding van de presentatie “Zakelijke verhuur van muziekpodia: nog veel toekomst, nog veel te winnen” van Platform Cultuur Locaties tijdens het congres Podia | Festivals | Evenementen op 2 oktober 2019.

Tekst: Annemieke van Hees

bottom of page